In de betonnen jungle van de lage landen leefde een kameleon genaamd King. King had de kracht om zich te veranderen in de omgeving waar hij zich in begaf. Stond hij in een ziekenhuis, dan werd hij een ziekenhuis. Stond hij in een kledingwinkel, dan werd hij een kledingwinkel.
Doordat hij zich precies kon aanpassen aan zijn omgeving viel hij niet op. Iedereen liep hem voorbij zonder naar hem om te kijken. Zijn buitengewoon unieke krachten vielen niet op omdat hij altijd was zoals de rest..
King was altijd zijn omgeving, maar was nooit zich zelf. Hierdoor vergat King het allerbelangrijkste. Dat hij, met al zijn krachten, juist alles kon zijn wat hij wilden zijn.
Nu valt King overal op waar hij komt. Hij is zich nog steeds bewust van zijn omgeving, maar geeft daar zijn eigen unieke twist aan. Hij gebruikt de ervaringen van de andere plekken om een nieuw elan te geven aan de plekken waar hij is.